Natuur

Alle Canarische Eilanden hebben een vulkanische oorsprong, maar verschillen toch veel qua landschap. Zo hebben Fuerteventura en Lanzarote een vulkanisch landschap met roodbruine aarde van lavazand en oude vulkaankraters, terwijl Gran Canaria voornamelijk bestaat uit woestijnzand, hoge bergen en rotsplateaus. De natuur van Tenerife is meer gevarieerd met tropische bossen in het noorden en bergen en rotsen in het zuiden. La Palma heeft groene landschappen, afgewisseld door vulkaankraters, laurierbossen en indrukwekkende bergtoppen. La Gomera staat vooral bekend om de laurierbossen en de binnenlanden zijn bedekt met mooie diepe en groene valleien en ravijnen.




Flora & Fauna

Je kunt ruim 3000 verschillende plantensoorten vinden op de Canarische Eilanden. De biologische rijkdom van de archipel is een van de belangrijkste ter wereld, slechts een handjevol andere eilandengroepen (Hawaï en de Galapagos eilanden) hebben ook zoveel verschillende plantensoorten. Vooral de laurierbomen zijn speciaal, aangezien deze in de rest van de wereld dreigen uit te sterven. De indrukwekkende drakenboom is de nationale plant van de Canarische Eilanden. Deze reus met donkerrode hars kan wel duizenden jaren oud worden.

De dierenwereld op de Canarische Eilanden is lang niet zo gevarieerd als de plantenwereld. Er komen wel enkele bijzondere vogelsoorten voor, zoals de pijnboom- en de laurierduif, de Canarische torenvalk en de bruine kanarie. Ook kun je ongevaarlijke reptielen tegenkomen, zoals de reuzenhagedis of de gekko. De enige wilde zoogdieren die je op het land zult zien zijn ratten, hazen, konijnen en muizen. In de zee kun je soms dolfijnen zien zwemmen en als je geluk hebt zelfs walvissen. Vanuit de zuidelijke badplaatsen op Tenerife kun je op speciale walvisexcursie. Verder houden de bewoners van de Canarische Eilanden veel schapen, ezels, geiten en honden en soms dromedarissen en kamelen.